‘De kunst van de spreekkamer’
AIOS Raoul heeft het ‘geniaal’ naar zijn zin bij UWV!
Raoul is arts in opleiding tot specialist (AIOS) bij UWV Heerlen. Eind dit jaar hoopt hij specialist arbeid & gezondheid te zijn, maar nu al is hij regievoerder bij een Sociaal Medisch Centrum in Zuid-Limburg. ‘Ik wil de kant van het medisch management op. UWV geeft mij gelukkig volop de mogelijkheid om deze wens te verwezenlijken.‘
Raoul kreeg ondernemingszin van jongs af aan mee. Zijn vader is marktkoopman in Limburg en dikwijls vergezelde hij Hermanns senior naar zijn standplaatsen in Maastricht, Heerlen en Sittard. Zijn jongste broer heeft het syndroom van Down en zo kwam hij ook in aanraking met de zorgaspecten rondom de jongste van het gezin.
‘Ik zag van dichtbij welke positieve impact je als arts kunt hebben’, zegt hij. De combinatie van die twee - ondernemen en zorg - bracht hem bij UWV, waar hij nu AIOS arbeid & gezondheid is. ‘Ik studeerde geneeskunde in Maastricht: mijn belangstelling ging uit naar plastische chirurgie. Ik zag mezelf - ook weer die ondernemingslust - misschien ooit een eigen kliniek runnen.’
Toch sloot het werk in het ziekenhuis minder aan bij zijn wensen en dromen. De roeping en de passie om arts te worden bleef overeind, maar de puur klinische omgeving met noodgedwongen weinig tijd voor de patiënt lag hem niet. ‘Ik wil graag tijd overhouden om mezelf breder te scholen en in te zetten.’
Vanaf dat moment verdiepte hij zich in de sociale geneeskunde, een vakgebied, ontdekte hij, dat ‘raakt aan een groot deel van de samenleving: van jong tot oud, van ziek tot gezond.’ Raoul: ‘Merkwaardig genoeg bestaat die specialisatie slechts vier weken in het curriculum van geneeskunde – één maand op zes jaar. Terwijl een derde van alle artsen later juist in de sociale geneeskunde terechtkomt. Het is naar mijn mening, heel onterecht, een ondergeschoven kindje.’
Als AIOS bij UWV heeft het ‘geniaal’ naar zijn zin. ‘Dat komt door de inhoudelijke kant van het werk: echte gesprekken waarbij je altijd het verschil mag maken.’ Hij is nog in opleiding, maar kreeg bij UWV de mogelijkheid regievoerder te worden bij een Sociaal Medisch Centrum (SMC) in Heerlen.
In die hoedanigheid ontwikkelt Raoul onder meer de inhoudelijke visie op de multidisciplinaire aanpak van het SMC en stuurt hij in samenwerking met de manager uitvoering collega’s aan. Precies het soort management dat hij ambieert.
Op het terrein van medisch leiderschap, zegt hij, krijgt hij bovendien volop kansen binnen de organisatie door te groeien. ‘Ik loop tegen vragen aan als: hoe stel je een SMC-team samen? Wat heb je er voor nodig en hoe voer je de regie? Je groeit hier echt als leidinggevende’.
‘Eén ding is mij duidelijk geworden: de vooroordelen over het bedrijf UWV, want ik zie het als een grote sociale onderneming, kloppen niet. Puur ambtelijk? Stoffig? Te zeer vergrijsd? Integendeel. Het is een dynamische en innovatieve organisatie die steeds vaker jonge mensen trekt. Het clichébeeld kantelt, onbekend maakt niet langer meer onbemind, merk ik. Als arts arbeid en gezondheid ben ik er zeer op mijn plek.’
Raoul omschrijft dat beeldend als ‘de kunst van de spreekkamer.’ Cliënten krijgen daadwerkelijk de medische en sociale aandacht die ze volgens hem behoeven én verdienen. ‘De spreekkamer is jouw instrument. Een cliënt kan zijn verhaal van A tot Z kwijt, iemand wordt écht gehoord’.
‘Vaak is dat voor mensen de eerste keer, niet zelden lopen ze met hun ziel onder de arm. In ons multidisciplinaire team staat de cliënt op één, de lijnen zijn kort en dat wordt gevoeld. We willen hem of haar laten stijgen op de participatieladder om zo, waar mogelijk, te re-integreren’.
Want, zegt Raoul (die naast zijn werk voor UWV artificial intelligence-software ontwikkelt voor organisaties in de sociale-medische sector), werk is de sleutel tot welzijn en welbevinden. ‘Als ik jou vraag iets over jezelf te vertellen, heb je het al snel over je werk. Werk raakt de diepere kern van wie je bent.’
‘In mijn spreekkamer merk ik hoe ondraaglijk het kan zijn je baan te verliezen. Hoe mensen slapeloze nachten hebben. Voor ons hele team is het uiterst bevredigend om mensen te helpen en te zien dat cliënten weer aan het werk kunnen, hoe aangepast soms ook. Of dat je mensen die écht niet meer aan de slag kunnen de rust van een inkomen kunt geven.’
Zuid-Limburg, vertelt hij, was destijds de proeftuin voor de Sociaal Medische Centra in ons land. ‘In het verleden was UWV een eilandenrijk. Allerlei zaken werden doorgeschoven of afgeschoven. Een SMC vormt een echt en hecht team. Dat werkt heel aangenaam. Er is geen sprake van strakke hiërarchie. Je doet alles samen met respect voor elkaars kennis en kunde. En veel belangrijker: onze cliënten varen er wel bij.’