‘Ik geloof dat ik na een halfjaar al zei: ‘kom maar door, hier blijf ik wel’

Gerard

Districtsmanager arbeid en gezondheid

‘Ik geloof dat ik na een halfjaar al zei: ‘kom maar door, hier blijf ik wel’

Gerard

Districtsmanager arbeid en gezondheid

‘Ik geloof dat ik na een halfjaar al zei: ‘kom maar door, hier blijf ik wel’. En toen ben ik in opleiding tot arts arbeid en gezondheid gegaan. Na de vierjarige opleiding groeide ik door tot adviseur arts arbeid en gezondheid. De manager en districtsmanager zagen blijkbaar wel wat in mij. Hierdoor heb ik direct beleid en praktijk gecombineerd. Zo startte ik meteen met taakdelegatie. Werken vanuit de werkvloer en de praktijk, maar ook meedenken en meebeslissen over een passende koers en beleid. Dat is echt wat bij mij past.

En niet alleen ik was mijzelf aan het  ontwikkelen, ook de divisie sociaal-medische zaken. Want langzamerhand werden er sociaal-medische centra ontwikkeld en gingen we richting duaal sturen. Ik voelde hier meteen veel voor, dus toen een van de duale posities beschikbaar kwam solliciteerde ik direct. En sinds begin 2024 ben ik met veel plezier districtsmanager arbeid en gezondheid.

Achtergrond

Door de verschillende coschappen die ik tijdens de studie heb gelopen wist ik al vrij snel dat ik voor een carrière wilde gaan buiten het ziekenhuis. Los van dat ik (te) veel vakken heel erg leuk vond, was er geen één waarvan ik dacht: ‘goh hier ga ik nou eens de komende vijf, zes jaar, 80 uur in de week aan besteden. Want ik zag ook om mij heen dat dat nodig was. Daar komt bij dat de curatieve sector heel hiërarchisch is en ik dus zes jaar vooral moet doen wat er van mij gevraagd wordt. En daarna ben je pas specialist en mag je een beetje je eigen richting en koers varen. En daar ben ik eigenlijk gewoon te eigenwijs voor.

Tevens ontmoette ik mijn vrouw in het ziekenhuis die juist wel een carrière in het ziekenhuis ambieerde. Zij heeft dan ook het hele traject doorlopen. En als je dat allebei gaat doen, dan denk ik dat je beter afscheid van elkaar kunt nemen. Want dan zie je elkaar nooit meer. Dat heeft mij geholpen in de keuze. Zodoende ben ik buiten het ziekenhuis gaan werken en is mijn vrouw zich gaan specialiseren en promoveren. En daar heb ik nooit spijt van gehad. Alle keuzes waren authentiek. 

Geestelijke gezondheidszorg en commercie

Na twaalf jaar werkzaam te zijn geweest in de publieke gezondheidszorg, waarbij ik diverse functies heb vervuld, merkte ik dat ik me steeds meer ging bezighouden met hoe zaken werden georganiseerd. Dit leidde ertoe dat ik de opleiding toegepaste bedrijfskunde ben gaan volgen om mijn managementvaardigheden verder te ontwikkelen. Hoewel ik ook een uitstapje heb gemaakt naar de commerciële sector als afdelingshoofd bij een ICT-bedrijf, waar ik verantwoordelijk was voor de organisatorische aspecten van de zorg, miste ik toch het gevoel van voldoening dat ik als dokter had ervaren. Na enkele jaren weg te zijn geweest uit de spreekkamer, vroeg ik me af: Was dit het dan? Eén ding wist ik zeker; het vak psychiatrie had altijd mijn interesse. Met name de vraag, ‘waarom doen mensen wat ze doen’? Dus ‘wat is het gedrag en welke achtergronden liggen er aan te pas’ ? Echter, een beroep als psychiater daar had ik om verschillende reden bezwaren tegen. Ik koos daarom voor een functie in de geestelijke gezondheidszorg. 

Impact maken als arts

"In de psychiatrie ben ik op een breder probleem gestuit dat verschillende aspecten van het leven beïnvloedt. Zo werd mijn blik op gezondheid verbreed, waarbij ik zag dat ‘ziekte’ vaak de lichamelijke of psychische symptomen waren van een onderliggend probleem. Dat onderliggende probleem omvat met name in de lagere sociaaleconomische regionen allerlei andere domeinen dan het klassiek medisch. Denk hierbij aan sociale, relationele, financiële en huisvestings-stress die een rol spelen in de mogelijk de oorzaak of onderhoudende factor bij afnemende gezondheid. 

Deze problemen zijn niet altijd de directe reden waarom mensen hulp zoeken bij een psychiater. Soms kunnen oplossingen ook buiten de traditionele behandelroutes worden gevonden, bijvoorbeeld door middel van lichaamsbeweging. In de praktijk heb ik gemerkt dat de manier waarop mensen omgaan met problemen, in de vorm van coping, een grote rol spelen in het leven van een client. Daarnaast heeft de druk die de samenleving op mensen uitoefent ook aanzienlijke gevolgen voor hun gezondheid. Het feit dat mensen daar ziek van worden is dan deels terug te voeren op een tekortschietende veerkracht om, om te gaan met deze uitdagingen. Daarom mede mijn keuze om als arts bij UWV te werken. Daar waar ik cliënten echt kan helpen bij hoe je nu authentiek, passend bij jezelf, toch beter kunt functioneren in de maatschappij, gepaard met de gezondheidsklachten die de cliënt ervaart.

Het verschil maken met een bewegingsprogramma

Bij UWV heb ik ontdekt dat je zelf nieuwe mogelijkheden kunt creëren als je ze ziet. Daarom ben ik een bewegingsprogramma gestart voor cliënten, vooral voor hen met psychische en overbelasting klachten. Bewegen geeft echt een positieve boost, veel energie en een positievere kijk op jezelf. Het doel is om hen te helpen hun coping mechanismen te verbeteren en weer grip te krijgen op hun leven. Hoe ga je als cliënt om met je klachten? Deze vraag stel ik ze dan ook standaard. Ik vraag naar de indeling van hun dag, waar die uit bestaat, et cetera. En zo komt hun coping naar voren. En dit is vaak niet de meeste helpende. Samen met de cliënt ga ik dan op zoek naar passende ‘instrumenten’ die de cliënt wel vooruithelpen. Bewegen is daar een onderdeel van. Door te bewegen, kom je letterlijk in beweging. Het programma heeft al bewezen effectief te zijn, met een hogere uitstroom richting werk. Ik geloof sterk in maatwerk en het teruggeven van regie aan de cliënten, zonder dreigementen maar met ondersteuning en handvatten.

Als arts bij UWV ben je óók dokter

Wanneer ben je dan een dokter? Wat doet een dokter? In mijn beleving is wat we in het ziekenhuis doen en bij de huisarts in belangrijke mate ook, symptoombestrijding. Het probleem is al geschied en vervolgens lappen we de cliënt op. Dat is wat het ziekenhuis doet, heel gechargeerd gezegd. Neem als voorbeeld iemand die een hartinfarct heeft gehad. Hij rookt al 30 jaar, is te zwaar, eet slecht en beweegt nauwelijks. Dan is het probleem niet dat hij een hartinfarct heeft, maar het probleem is dat hij rookt, slecht eet en niet beweegt. We kijken dus niet naar de oorzaak. Waar is het voor de cliënt misgelopen?

Als het gaat om herstel, is het vaak een combinatie van persoonlijke en omgevingsfactoren. Het vergt inzichten van verschillende professionals, van psychologen tot artsen bij UWV, om zowel individuele als maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Soms ontdekken we samen met de cliënt een hele nieuwe wereld en vinden we dat ze op de verkeerde plek zitten in de maatschappij. Als arts is het puzzelen om de beste oplossingen te vinden, waarbij we kijken naar belastbaarheid, mogelijkheden voor re-integratie, omscholing en andere passende plekken. Dit helpt mensen echt om gezonder te functioneren en maakt ons in mijn optiek échte dokters.

Wil je een dag  met een arts meekijken?
Neem contact met ons op