'Hoe langer ik bij UWV werk, des te meer ik realiseer hoe belangrijk mijn werk als arts arbeid en gezondheid is.’
Ingrid, arts arbeid en gezondheid bij UWV in Utrecht, werd erg enthousiast door haar coschap verzekeringsgeneeskunde bij UWV en besloot er uiteindelijk voor in opleiding te gaan. Haar pad hiernaartoe was minder recht toe, recht aan. ‘Ik wilde tijdens mijn studie altijd klinisch geneticus worden, waarbij je een medisch specialist wordt op het gebied van erfelijkheid. Zo heb ik ook promotieonderzoek tijdens mijn studie gedaan, in vrouwen met een erfelijke aanleg voor borst- en eierstokkanker. Na mijn studie ging ik bij de klinische genetica aan de slag als ANIOS. Met nog een uitstapje als fulltime postdoc, waar ik ook nog fulltime onderzoek deed naar erfelijke vormen van kanker. Toen ontstond toch de twijfel; wil ik eigenlijk nog wel klinisch geneticus worden?’
Ingrid realiseerde zich namelijk dat er weinig opleidingsplekken waren, waardoor er veel competitie ontstond. Ze werkte op verschillende plekken, maar ze miste een sfeer die écht bij haar paste.
Niet alleen sfeer en een tekort aan opleidingsplekken maakten dat ze twijfelde en ze vroeg zich af of ze überhaupt als arts wilde werken. Via een detacheerder vond zij een vacature als consultant. Terwijl ze wachtte op een rol als consultant, kon ze via diezelfde detacheerder ook solliciteren als ANIOS bij UWV. Zij gaven namelijk aan dat ze een rol als arts arbeid en gezondheid ook wel bij Ingrid vonden passen. Ze had eerder haar coschap al gelopen bij UWV, dus ze kon zich hierin vinden en zo geschiedde, ze werd aangenomen.
De diepgaande gesprekken met cliënten en de fijne sfeer op ‘haar’ kantoor in Utrecht zorgden ervoor dat Ingrid zich snel op haar plek voelde: ‘Het voelde meteen goed toen ik binnenkwam. Mijn meeloop dag was heel goed georganiseerd en ik mocht meteen meelopen met verschillende artsen. Ik kwam daarna in een leuk team terecht, waarmee ik goed kon samenwerken. En wat mij verraste is dat er veel jonge collega’s waren die net als ik in opleiding gingen tot arts arbeid en gezondheid (AIOS). Dit was nog niet het geval toen ik jaren geleden mijn coschap bij UWV deed. Ook kon ik merken dat al mijn collega’s enorm bevlogen waren over hun vak. Sterker nog, ik zie nog regelmatig dat gepensioneerde collega’s ook na hun pensioen nog blijven doorwerken. Dat was ook wel mooi om te zien, dat mensen zich zo betrokken voelen bij het werk.’
Het AIOS/ANIOS-netwerk
Eenmaal in opleiding als AIOS was Ingrid onderdeel van het bestuur van het AIOS/ANIOS-netwerk van UWV. Nu ze haar opleiding heeft afgerond, is ze hier geen onderdeel meer van, maar het heeft haar naast een netwerk van arts-collega’s veel gebracht: ‘Met verschillende actieve leden uit alle UWV-kantoren is er een bestuur gevormd. Het idee is dat we alle AIOS en ANIOS-collega’s uit heel Nederland met elkaar in verbinding brengen. Dus dat je echt een netwerk vormt, waarbij je samen leuke dingen doet, zodat je je betrokken voelt. Helemaal als je op een locatie werkt met wat minder AIOS/ANIOS collega’s. Plus, dat je naast deze betrokkenheid van elkaar kunt leren en ervaringen kunt uitwisselen. We halen informatie op, informeren, maar we zijn ook een gesprekspartner voor de directie. Je wordt echt meegenomen in veranderingen. Toen ik nog onderdeel was van dit netwerk ging dit over de vorming van sociaal-medische centra die nog in de startblokken stond. En het grote voordeel? Ik leerde mensen op allerlei plaatsen binnen de organisatie kennen. Dat gaf wel echt een leuke extra invulling van mijn werk.’
Het netwerkbestuur heeft contact met allerlei andere stakeholders binnen UWV en daarbuiten, zoals de NOVAG en de NVVG. We zitten in allerlei commissies. Ook nu ik mijn opleiding heb afgerond, zit ik nog steeds in de commissie ‘Wetenschap’ van de NVVG, onze beroepsvereniging. Samen met diverse medische specialisten, ook buiten UWV, heb ik mogen werken aan verschillende richtlijnen. Je kunt zo echt het verschil maken. Ook heb ik vanuit deze rol kunnen bijdragen aan het beroepsprofiel van het vak van de arts arbeid en gezondheid’.
Groeien als arts
Naast de ontwikkeling die ze doormaakte op werkvlak, groeide ze ook enorm als persoon: ‘Achteraf was ik best wel naïef toen ik dit werk ging doen. Want, eigenlijk heb je weinig door van wat de échte impact is van een aandoening of een medisch probleem en wat dit betekent voor iemands dagelijkse leven. Doordat je een uur de tijd krijgt voor een cliënt en dus lang met iemand praat, aangevuld met eventueel lichamelijk en psychisch onderzoek, pluis je alles helemaal uit.
Daar komt bij dat je mensen uit allerlei lagen van de bevolking treft, met uiteenlopende achtergronden. Ik kreeg er echt een breder wereldbeeld van. Als ANIOS kom je er best wel blanco in. Omdat het zo anders is. En ik merk hoe langer ik hier werk, hoe beter ik mij in iemands situatie kan inleven. Ik kan het mij beter voorstellen. Hierdoor realiseer ik mij elke dag meer hoe belangrijk mijn werk is en hetgeen wat UWV doet. En wat het belang van een vangnet is dat UWV biedt.’
Gesprekstechnieken en next level rapporteren
Naast leren van (cliënt-)situaties in de praktijk, heeft Ingrid ook veel kennis vergaard die ze nog niet eerder had opgedaan tijdens haar studie. ‘Naast de opleiding tot arts arbeid en gezondheid en de bijbehorende wet- en regelgeving, heb ik vooral veel geleerd over oordeelvorming, rapporteren en gesprekstechnieken. Je werkt met allerlei type cliënten en achtergronden. Mensen komen overal en nergens vandaan. Dit geldt vooral voor de Wajong. Dan heb ik gesprekken met ouders, die een kind hebben met bijvoorbeeld een ernstige ontwikkelingsachterstand en dan moet je in dat gesprek de hele tijd schakelen. Dat is wel echt iets wat ik heb moeten leren. Je moet ook de dingen op een hele andere manier opschrijven. In het ziekenhuis maakte je vooral aantekeningen. Denk aan ‘dit is er gebeurd en dit gaan we nu doen’. Nu moet je alles écht goed beargumenteren. Zodat het ook te begrijpen is voor de cliënt, wanneer iemand in bezwaar en beroep gaat of wanneer het dossier van de cliënt bij rechtbank terecht komt. Dat is weer next level rapporteren. Dat heb ik echt geleerd. Binnen de opleiding bij UWV is hier veel aandacht voor’.
Tot slot vroegen we Ingrid wat zij nou zo belangrijk vindt aan haar job: ‘Allereerst vind ik het mooi dat we in Nederland een sociaal vangnet hebben. Verder vind ik het van belang dat ik naar eer en geweten de beoordelingen zo goed en zorgvuldig mogelijk kan doen. Dit doe ik door vooral goed te kijken naar de client die ik voor mij heb en inzichtelijk te krijgen wat de medische aandoening voor hem/haar betekent. Omdat ik stilsta bij de grote impact van mijn handelen op de cliënt, vind ik het heel belangrijk dat mijn beoordeling klopt. Op deze manier hoop ik die persoon toch weer een stapje vooruithelpen’.